Paragraaf Duurzaamheid
Algemeen
Terug naar navigatie - Paragraaf Duurzaamheid - AlgemeenUitvoering Duurzaamheidsprogramma
Met het Duurzaamheidsprogramma 2025-2028 hebben we de ambities, de uit te voeren projecten en de benodigde financiën voor het verduurzamen van onze gemeente grotendeels vastgesteld. Belangrijke meerjarige uitvoeringslijnen, ook voor 2026, blijven de Regionale Energiestrategie (RES) en Transitievisie Warmte (TVW) waarvan de uitvoering wordt vastgelegd in het warmteprogramma. Bij de resterende projecten in de periode 2025-2028 brengen we meer focus aan op wat met de huidige middelen en capaciteit haalbaar is. Ook in 2026 gaat veel aandacht uit naar het adviseren en stimuleren van inwoners, bedrijven en organisaties. Het gaat onder andere om de volgende activiteiten: het verlenen van subsidie aan inwoners vanuit het Energiebesparingsfonds, energieadviezen voor zelfbouw & monumenten, natuur- en milieueducatie en het stimuleren van circulariteit bij bedrijven. Ook is er aandacht voor het verduurzamen van het gemeentelijke vastgoed en monitoring van activiteiten vanuit het programma.
Regionale Energiestrategie
In 2021 stelde de raad de RES 1.0 Holland Rijnland vast. Dit onder de voorwaarde dat we een productieplafond van 0,08 TWh duurzame energie hanteren in 2030; geen mogelijkheden zien voor (grote) windturbines; en we de Natura 2000 & Natuur Netwerk Nederland gebieden vrijwaren van windturbines en zonnevelden. Vervolgens is een beleidskader zonne-energie opgesteld, dat de raad medio 2024 vaststelde. Voor de opwek van grootschalige zonne-energie geldt het gebiedsgerichte spoor met ruimtelijke en maatschappelijke voorwaarden. In 2025 zijn er in samenspraak met Gebiedscoöperatie Nieuwkoop, zonne-exploitanten en grondeigenaren stappen gezet richting het realiseren van grootschalige opwek van zonne-energie in samenhang met het bedrijventerrein De Olm. Dit leidt naar verwachting in 2026 tot een gebiedsgerichte aanpak met mogelijk vergunningaanvragen.
Richting de provincie houden vast aan het raadsbesluit RES 1.0 Holland Rijnland en zien we geen ruimte voor windturbines op ons grondgebied. De in juli 2025 gepresenteerde uitkomsten van het OER-windenergie en de implicaties daarvan voor onze gemeente zullen ongetwijfeld ook in 2026 hoog op de bestuurlijke en politieke agenda prijken en om inzet vragen.
Warmteprogramma
Elke gemeente moet uiterlijk in december 2026 een eerste Warmteprogramma hebben vastgesteld, als onderdeel van de Omgevingswet. In het Warmteprogramma maken we met een tijdspad inzichtelijk wanneer welk gebied van het aardgas afgaat. Bij deze planning spelen allerlei bouwtechnische, energetische, ruimtelijke, sociaal-maatschappelijke en economische aspecten een rol. Voor de aangewezen gebieden brengen we de mogelijke warmtealternatieven in beeld. Voor het einde van 2026 moet er dus een warmteprogramma zijn vastgesteld met een doorkijk voor de periode tot 2035.
Het is (juli 2025) nog onduidelijk of we voor het Warmteprogramma een Plan-MER moeten uitvoeren/opstellen. Dit hangt af van de gekozen warmteoplossingen die voor onze gemeente het meest kansrijk zijn. Wanneer blijkt dat grootschalige oplossingen (warmtenet) niet haalbaar zijn en/of het warmteprogramma niet kaderstellend is, lijkt een Plan-MER niet direct noodzakelijk. In de huidige werkwijze stelt iedere gemeente afzonderlijk een Plan-MER op. Dat leidt tot hoge kosten en capaciteitsproblemen bij gemeenten, adviesbureaus en de Commissie MER. Het Nationaal Programma Lokale Warmte (NPLW) onderzoekt daarom de mogelijkheid van een ‘landelijke MER voor het warmteprogramma’. De verkenning naar deze landelijke MER wordt naar verwachting in de zomer van2025 afgerond. Dan wordt duidelijk op welk moment en op welke wijze gemeenten dit beoogde voordeel kunnen benutten. Mochten wij als gemeente toch individueel een PlanMER op moeten stellen, dan volgt mogelijk nog in 2025 een raadsvoorstel voor budget.
Wijkgerichte aanpakken
We gaan ook in 2026 actief aan de slag met de wijkgerichte aanpakken. Dit is een van de onderdelen van het Duurzaamheidsprogramma en komt ook terug in het Warmteprogramma. De aanpakken zijn voor en door inwoners. Zo werken we in Woerdense Verlaat hiervoor samen met de dorpsraad richting een pilot voor mini-warmtenetten en zetten we in Ter Aar met het dorpsteam stappen richting het collectief isoleren van straten/wijken. We stimuleren inwoners om woningen te isoleren en energie te besparen. Daarnaast werken we verder aan een aanpak in Langeraar rondom het aan te leggen warmtenet en voeren we gesprekken met de dorpsraad in Zevenhoven voor een mogelijke aanpak.
ZLT warmtenet Langeraar
In november 2024 nam de raad een investeringsbeslissing om de WKO en aquathermie-installatie voor een Zeer lage temperatuur (ZLT)-warmtenet in Langeraar aan te leggen. Begin december is vervolgens het warmtebedrijf opgericht. In 2025 is verder invulling gegeven aan de organisatie van de bedrijfsvoering rondom het warmtebedrijf BV. Dit leidt tot een inrichtingsbesluit met afspraken over de governance. In de tweede helft van 2025 wordt het warmtenet aangesloten op de IKC en nieuwbouwappartementen.
Naar verwachting heeft RVO dan ook een besluit genomen over de aangevraagde WIS subsidie, is er een aansluitovereenkomst gesloten met het IKC, leveringsovereenkomst gesloten met de huurders van de nieuwbouwappartementen en ligt er een samenwerkingsovereenkomst met de Woondiensten Aarwoude voor de bestaande huurwoningen. Begin 2026 volgt dan nog een garantstelling aan de BNG door de raad voor het aangaan van een lening vanwege hogere investeringskosten.
Duurzame energiegebiedssysteem De Olm
Samen met Verenigde Ondernemers Nieuwkoop en Gebiedscoöperatie Nieuwkoop werken we in 2026 aan slimme uitwisseling van elektriciteit op en rondom het bedrijventerrein De Olm.
Duurzaamheidsreserve
Er is een duurzaamheidsreserve ingesteld, waardoor er financiële daadkracht is om de doelstellingen te realiseren naar een duurzamere gemeente. De besteding van middelen uit deze reserve koppelen we aan de maatregelen vanuit het Duurzaamheidsprogramma 2025-2028. In 2028 leggen we aan de raad een nieuw programma voor met de daarvoor benodigde middelen. Aanvullend op onze duurzaamheidsreserve zijn er nog de nodige rijks- en provinciale subsidiemogelijkheden waar wij gebruik van (gaan) maken.
Energiebesparingsfonds/Nationaal Isolatieprogramma
Gemeenten ontvangen rijksmiddelen vanuit het Nationaal Isolatieprogramma om woningen met lage energie labels (E, F & G) energiezuiniger te maken. Daarnaast stelde de gemeenteraad een budget beschikbaar van €1.000.000. Dat is ondergebracht in het Energiebesparingsfonds. Vanuit dit fonds kunnen woningeigenaren subsidie aanvragen om hun woning te isoleren. Dit geldt voor woningen met een waarde tot €421.000 met een bouwjaar tot 1992.
Verlenging klimaatmiddelen
De minister van Klimaat en Groene Groei heeft per brief op 16 juli 2025 bekendgemaakt dat er voor de periode 2026 tot en met 2030 klimaat (uitvoerings-)middelen beschikbaar komen. Op de Rijksbegroting is € 3,7 miljard gereserveerd voor de uitvoeringslasten van gemeenten en provincies. Dit budget wordt, naar verwachting, met de Miljoenennota nog aangepast in verband met de loon- en prijsbijstelling. Met deze middelen kunnen gemeenten en provincies taken uitvieren rondom onder meer de verduurzaming van de gebouwde omgeving, het ruimtelijk programmeren van het energiesysteem en het inrichten van zero emissie-zones. Van 2023 tot en met 2025 zijn de uitvoeringsmiddelen uitgekeerd als specifieke uitkering (SPUK) via de regeling ‘capaciteit decentrale overheden klimaat- en energiebeleid’ (CDOKE). De middelen voor 2026 tot en met 2030 worden uitgekeerd via het Gemeente- en Provinciefonds.
Ook na 2030 zal onze gemeente nog volop bezig zijn met het uitvoeren van klimaat- en energiebeleid. Voor de jaren na 2030 zijn nog geen uitvoeringsmiddelen gereserveerd op de Rijksbegroting.
Uitkering energiearmoede
Op 6 november 2024 besloot het Rijk de uitvoeringstermijn van de SPUK-gelden te verlengen van 2025 naar 2027. In 2025 zijn verschillende acties gestart om energiearmoede onder zowel woningeigenaren als huurders te verminderen.
Voor 2026 wordt een nieuwe aanpak voor energiearmoede voorbereid. Realisatie hiervan is afhankelijk van resterende SPUK-middelen en de toekenning van middelen uit de derde tranche van het Nationaal Isolatieprogramma (NIP).
Soortenmanagementplan (SMP)
Op 19 september 2024 besloot de raad een Soortenmanagementplan (SMP) op te stellen en hiervoor financiële middelen beschikbaar te stellen. Het doel van dit plan is om te voorkomen dat verblijfsplekken van vleermuizen en andere (vogel)soorten verdwijnen als gevolg van verduurzamingsmaatregelen aan de gebouwde omgeving, zoals na-isolatie.
Om dit zorgvuldig uit te voeren, moeten we voldoen aan de Wet Natuurbescherming. Dit betekent dat er een gebiedsontheffing moet worden aangevraagd, waarvoor het SMP noodzakelijk is. Met deze ontheffing kan de verduurzamingsopgave worden voortgezet, zonder negatieve gevolgen voor gebouw bewonende diersoorten.
Begin 2026 wordt het eerste deel van de gebiedsontheffing aangevraagd voor de kernen Langeraar, Nieuwkoop, Nieuwveen, Ter Aar, Zevenhoven en Vrouwenakker. Naar verwachting volgt het tweede deel in 2027, voor de kernen Noordeinde, Noorden en Woerdense Verlaat.