Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Algemeen

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Algemeen

De paragraaf weerstandsvermogen in de jaarstukken 2024 is een rapportage op de paragraaf zoals die is opgenomen in de begroting 2024. In de jaarstukken 2024 bestaat de paragraaf uit:

  1. Een berekening van de beschikbare middelen om risico's op te vangen, de zogenaamde
    beschikbare weerstandscapaciteit.
  2. Een inventarisatie van de financiële risico's die de gemeente loopt, de zogenaamde benodigde
    weerstandscapaciteit.
  3. Een beeld van de financiële positie van de gemeente, weergegeven aan de hand van een
    verzameling ratio's.

Actuele weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Actuele weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit is het totaal aan middelen dat we kunnen inzetten om de financiële gevolgen van voorkomende risico’s op te vangen. Hiertoe behoren:

Omschrijving
Begroting 2024
Rekening 2024
Algemene reserve vrij besteedbaar
6.893
7.566
Reserve weerstandsvermogen
3.000
3.000
Reserve Frictiekosten personeel
63
-
Reserve WMO
90
50
Reserve Herwaardering investeringen maatschappelijk nut
7.317
7.456
Reserve Frictiekosten omgevingsdienst West-Holland
17
17
Reserve dekking risico's Woningbouw
2.000
2.000
Saldo Meerjarenbegroting
230
-
Onvoorzien
90
-
Weerstandscapaciteit (x € 1.000)
19.700
20.089

De begroting 2024 voorspelde per 31 december 2024 een weerstandscapaciteit van ruim € 19,7 miljoen. Deze komt volgens deze jaarrekening uit op  € 20,1 miljoen. Bij paragraaf 6.3 Toelichting op de balans zijn de mutaties op de reserves toegelicht.

Risico inventarisatie

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Risico inventarisatie

De risico inventarisatie bevat de risico's die financieel gekwantificeerd kunnen worden. Om een beeld te geven van de aard en de omvang van de risico's zijn hieronder de grootste risico's kort omschreven. Het gaat om risico's die financiële gevolgen kunnen hebben van meer dan € 50.000.

Het opstellen van de risico inventarisatie is een gestructureerde wijze van kijken naar risico’s. Daarbij is ook meer aandacht besteed aan beheersmaatregelen en de kans dat bepaalde risico’s zich daadwerkelijk voordoen. Ook is er aandacht besteed aan risico’s die niet primair financieel van aard zijn. 

Bij het opstellen van de jaarstukken 2024 is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de risico-inventarisatie van de begroting 2025. 

Gebeurtenis / Situatie
Programma
Risico-bedrag 2024 (x € 1.000,--)
Verlies op grondexploitaties
1. Ruimtelijke ontwikkeling
897
Gevolgen voor grondexploitaties en projecten van aangescherpte rekenregels gecumuleerd geluid voor woningbouw. Ontwikkelingen zijn afhankelijk van de ministeriële keuzes die worden gemaakt met de Luchtvaartnota 2020-2050 en de aanvullingsregeling Geluid Omgevingswet.
1. Ruimtelijke ontwikkeling
449
Na het vervallen van het Programma Aanpak Stikstof (eind mei 2019) is sprake van onzekerheid door wisselend stikstofbeleid van Rijk en provincie. Dit vraagt om maatwerkoplossingen op project- en gebiedsniveau. Het stikstofbeleid is continu in beweging en dit onderwerp blijft een risicofactor met een grote kans op (extra) kosten. Vooralsnog zijn er geen gemeentelijke projecten afgevallen als gevolg van de stikstofproblematiek. Een en ander vraagt echter wel meer werk, meer (onderzoeks)kosten en het steeds waarborgen van de oorspronkelijke situatie zodat de bestaande uitstoot kan worden meegenomen ten behoeve van saldering.
1. Ruimtelijke ontwikkeling
449
Risico's Jeugdwet
3. Sociaal domein
500
Toename van de kosten van de Wmo door de vergrijzing en abonnementstarief.
3. Sociaal domein
90
Niet in aanmerking komen voor compensatieregeling Participatiewet bij overschrijding boven de 7,5% van het Buigbudget. Daarnaast is het eigen risico voor een tekort op het buigbudget voor de helft afgeraamd.
3. Sociaal domein
227
Uitval technische voorzieningen (ict ruimtes, bekabeling, datalijnen).
Overhead
125
Informatiebeveiligingsincident, digitale informatie onvoldoende toegankelijk, of digitale informatie wordt oneigenlijk gebruikt of verstrekt.
Overhead
1.500
Moeite met werven goed gekwalificeerde medewerkers door krapte op de arbeidsmarkt. Bij resterende financiële impact is een bedrag opgenomen voor de extra werving en selectiekosten die komen kijken bij de inzet van een searchbureau.
Overhead
210
Risico's als gevolg van de afhankelijkheid van het Amerikaanse softwarebedrijf MicroSoft.
Overhead
200
Te ontvangen dividend Alliander.
Algemene dekkingsmiddelen
200
Hogere rente dan nu in de ramingen is opgenomen. Bij een rentestijging van 1% en een kans van 50% bedraagt het risico € 1 miljoen.
Algemene dekkingsmiddelen
1.000
Lagere opbrengst heffingen door jaarlijkse fluctuaties in hoeveelheden.
Algemene dekkingsmiddelen
50
Totaal
5.896

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Weerstandsvermogen

De ratio weerstandsvermogen, ook wel de weerstandsratio genoemd, berekenen we alsvolgt:

Ratio weerstandsvermogen =

Beschikbare weerstandscapaciteit

Benodigde weerstandscapaciteit

 

Op basis van het voorgaande is de actuele weerstandsratio van onze gemeente: 

Ratio weerstandsvermogen =                            

20.089

= 3.41

5.896

 

Waarderingstabel weerstandsvermogen (bron: Nederlands Adviesbureau Risicomanagement)

Volgens de onderstaande waarderingstabel plaatst de berekende ratio onze gemeente in categorie A Uitstekend.

Waarderingscategorie
Ratio weerstandsvermogen
Betekenis
A
> 2,0
Uitstekend
B
1,4 < x < 2,0
Ruim voldoende
C
1,0 < x < 1,4
Voldoende
D
0,8 < x < 1,0
Matig
E
0,6 < x < 0,8
Onvoldoende
F
< 0,6
Ruim onvoldoende

Beeld van de financiële positie

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Beeld van de financiële positie

Met de ratio weerstandsvermogen is nog niet alles gezegd over de financiële positie van de gemeente in brede zin. Om daarvan een nauwkeuriger beeld te krijgen is een aantal andere ratio's beschikbaar. Het BBV reikt de volgende ratio's aan:

Omschrijving
Jaarrekening 2022
Jaarrekening 2023
Begroting 2024
Jaarrekening 2024
Netto schuldquote
14,91%
15,90%
14,40%
14,69%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
9,32%
8,90%
9,55%
5,76%
Solvabiliteitsratio
48,32%
50,23%
47,61%
53,16%
Structurele exploitatieruimte
4,55%
5,10%
1,68%
4,74%
Belastingcapaciteit
116,26%
115,15%
115,04%
115,60%
Grondexploitatie
46,17%
44,46%
20,33%
5,82%

De ratio's brengen de financiële ontwikkelingen van de gemeente in kaart. Ieder besluit met financiële gevolgen en ook autonome ontwikkelingen beïnvloeden de (toekomstige) financiële positie van de gemeente en dus ook de ratio's die daar uitdrukking aan geven.

Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft een indicatie van de mate waarin de inkomsten van de gemeente toereikend zijn om aan de schuldverplichtingen te voldoen. De netto schuldquote is een percentage dat tot stand komt door het totale vreemde vermogen te delen door de totale baten. Bij een netto schuldquote hoger dan 130 procent is sprake van een hoge schuld. Onder de 100 procent is sprake van een gemiddelde tot lage schuld.
De netto schuldquote in de begroting 2024 was berekend op 14,40 procent. In de jaarrekening bedraagt de netto schuldquote 14,69 procent. 

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Bij de berekening van de 'Netto Schuldquote Gecorrigeerd Voor Alle Verstrekte Leningen' wordt het vreemde vermogen verminderd met de doorgeleende gelden (leningen van de gemeente aan derden).

Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft weer in hoeverre het totaal van de activa is gefinancierd met eigen middelen. De ratio wordt berekend door het Eigen Vermogen te delen door het totale vermogen. In de begroting 2016 besloot de raad dat de solvabiliteitsratio minstens 40 procent bedraagt. Eind 2024 bedraagt de solvabiliteit 53,16 procent.

Grondexploitatie
Deze indicator geeft de relatieve hoogte van de voorraad bouwgrond en het onderhanden werk (de grondpositie) in de grondexploitaties aan. De waarde van de grondpositie wordt gedeeld door de totale baten uit de gemeentelijke exploitatie. Hoe groter de grondpositie in verhouding tot de totale gemeentelijke baten, hoe groter het verhoudingsgewijze risico dat de gemeente loopt. In 2024 zien we dat het percentage grondexploitatie ten opzichte van 2023 fors is gedaald. Deze daling heeft te maken met het afsluiten van de grondexploitatie Noordse Buurt.

Structurele exploitatieruimte
Het financiële kengetal ’structurele exploitatieruimte’ geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de begroting/jaarrekening is, afgezet tegen de inkomsten. Als norm voor gezond begrotingsevenwicht kan 0,6 procent van de algemene dekkingsmiddelen gehanteerd worden. Deze norm is gebaseerd op de vuistregel die bij art. 12 gemeenten gehanteerd wordt voor de bepaling van de ruimte in de begroting om structurele tegenvallers op te vangen. In de jaarrekening is een percentage van 4,74 procent gerealiseerd.

Belastingcapaciteit
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. De belastingcapaciteit wordt berekend door de totale woonlasten van een meerpersoonshuishouden te vergelijken met het landelijk gemiddelde in het voorgaande jaar en de uitkomst uit te drukken in een percentage. De relevante informatie vinden wij in de tabel met de regionale vergelijking in de paragraaf Lokale Heffingen en de Atlas lokale heffingen van COELO. Uit berekening blijkt dat de belastingcapaciteit in 2024 een omvang heeft van 115,60 procent. Dat betekent dat wij 15,6 procent boven het landelijk gemiddelde liggen.

Ratio's in samenhang

De verschillende ratio's laten in samenhang zien dat de financiële positie van onze gemeente gezond is. De solvabiliteit en de ratio weerstandsvermogen zijn ruim voldoende tot uitstekend. Het financiële beleid is erop gericht niet in een situatie te komen waarin beleidsinhoudelijke concessies (bezuinigingen) moeten worden gedaan als gevolg van externe ontwikkelingen, zoals die op de geldmarkt, de onroerend goed markt of de financiële verhouding met het Rijk. Dat beleid krijgt vorm in het streven naar een gezonde schuldpositie, een stevige solvabiliteit, voldoende structurele ruimte in de exploitatie en een verstandige omgang met de verhoudingsgewijs omvangrijke gemeentelijke grondexploitaties.