
Waarderingsgrondslagen
Inleiding
Terug naar navigatie - Waarderingsgrondslagen - InleidingDe jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de (financiële) verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin door de gemeenteraad op 13 april 2023 de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende onderdeel anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. De in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de gemeente Nieuwkoop.
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als baten genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Door het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt.
De algemene uitkering is verantwoord op basis van de laatst ontvangen betaalspecificatie van het Ministerie van BZK en conform de best mogelijke schatting gebaseerd op basis van de laatst beschikbare informatie van het Ministerie van BZK. Ten aanzien van de component aangaande de accresmededeling wordt deze opgenomen conform de in verslagjaar 2023 laatst gepubliceerde accresmededeling. Doorgaans is deze accresmededeling opgenomen in de septembercirculaire. De gevolgen van het bijgestelde accres zoals opgenomen in de meicirculaire van het verslagjaar t+1 worden verantwoord in de jaarrekening van het op het verslagjaar volgend boekjaar.
Het boekjaar (verslagjaar) is gelijk aan het kalenderjaar.
Vergelijking met voorgaande jaren:
De grondslagen voor waardering van activa, passiva en van de resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Er hebben geen stelsel- en/of schattingswijzigingen plaatsgevonden in verslagjaar 2024.
Balans
Terug naar navigatie - Waarderingsgrondslagen - BalansVaste activa
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen van derden, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen.
Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.
De kosten van het sluiten van geldleningen (inclusief de betaalde boeterente) en het saldo van agio en disagio worden geactiveerd en over maximaal de looptijd van de lening volledig afgeschreven, te starten vanaf het moment van het in gebruik nemen van het gerelateerde materieel of financieel vast actief. Indien geen nieuwe lening wordt aangetrokken zijn de kosten van vervroegde aflossing (boeterente) niet geactiveerd, maar als last verantwoord.
De kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief zijn onder de volgende voorwaarden geactiveerd:
– Het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen.
– De technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien staat vast.
– Het actief in de toekomst economisch of maatschappelijk nut genereert.
– De uitgaven die aan het actief toe te rekenen zijn, zijn betrouwbaar zijn vast te stellen”.
De kosten voor onderzoek en ontwikkeling worden lineair afgeschreven in vijf jaar conform bijlage 2 van de Financiële verordening gemeente Nieuwkoop 2023.
De onder de kosten van onderzoek en ontwikkeling geactiveerde voorbereidingskosten voor grondexploitaties voldoen aan de volgende voorwaarden:
– de kosten passen binnen de kostensoortenlijst (artikel 6.2.4) van het Bro;
– de kosten blijven maximaal vijf jaar geactiveerd staan onder de immateriële vaste activa. Na maximaal vijf jaar hebben de kosten geleid tot een actieve grondexploitatie, danwel worden deze afgeboekt ten laste van het jaarresultaat;
– plannen tot ontwikkeling van de grond waarvoor de voorbereidingskosten worden gemaakt, hebben bestuurlijke instemming, blijkend uit een raads- of (indien gedelegeerd ) collegebesluit.
Materiële vaste activa met economisch nut
De op de oorspronkelijke verkrijgings- of vervaardigingsprijs toegepaste jaarlijkse afschrijvingen corresponderen met een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur (kortste van de geschatte economische levensduur óf technische gebruiksduur) van de geactiveerde objecten en voorzieningen. Afschrijvingen geschieden daarnaast onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Op gronden wordt niet afgeschreven, tenzij de grond deel uitmaakt van een investering in de openbare ruimte met maatschappelijk nut. Eventuele boekwinsten bij inruil of afstoting van een kapitaalgoed zijn als incidentele bate in de jaarrekening verwerkt.
Buiten gebruik gestelde vaste activa
Indien een vast actief buiten gebruik is gesteld, heeft op het moment van buitengebruikstelling een afwaardering van de boekwaarde plaatsgevonden naar de lagere restwaarde.
(Het gebruiksrecht voor onbepaalde duur op) software is als afzonderlijk actief opgenomen onder de materiële vaste activa als investering met economisch nut.
De lasten samenhangend met de uitvoering van klein en groot onderhoud, bodemsaneringen en het baggeren van watergangen zijn niet levensduur verlengend en zijn daarom niet geactiveerd, maar direct ten laste van de exploitatie of de gevormde voorziening gebracht.
Erfpacht
In erfpacht uitgegeven gronden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, waarbij de uitgifteprijs van eerste uitgifte geldt als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.
Warme gronden
Gronden verworven met het oog op gebiedsontwikkeling, maar waarvoor nog geen operationele grondexploitatie is vastgesteld, worden in de regel geduid als ‘warme gronden’. Conform de notitie grondbeleid in begroting en jaarstukken (2019) worden deze verantwoord onder materiele vaste activa (artikel 52 lid 1 onderdeel a BBV) tegen de verwervingskosten. Het toerekenen (activeren) van andere kosten is daarbij niet toegestaan.
In de bepaling of er bij deze ‘warme gronden’ sprake is van een duurzame waardevermindering, zoals bedoeld in artikel 65 BBV lid 1, kan onder de volgende cumulatieve voorwaarden uitgegaan worden van de waarde in toekomstige bestemming in plaats van de geldende bestemming:
– de gronden moeten deel uitmaken van een door de gemeenteraad vastgestelde visie of masterplan voor (een) concrete en binnen afzienbare tijd te starten grondexploitatie(s), waarin de gebiedsontwikkeling van totaalplan naar deelgrondexploitaties is vastgelegd;
– de gebiedsontwikkeling mag niet zodanig conflicteren met de uitkomst van de inventarisatie van bedreigingen die de ontwikkeling in de weg kunnen staan, bijvoorbeeld op het gebied van milieu of bereikbaarheid;
– de visie / het masterplan mag niet strijdig zijn met beleid van de provincie en/of rijk;
– er is een betrokkenheid bij de gebiedsontwikkeling van provincie of rijksoverheid;
– het mag alleen gaan om gebiedsontwikkeling voor de bouw van woningen en niet voor bedrijventerreinen;
– periodiek (minimaal eens in de twee jaar) worden de gronden getaxeerd tegen de waarde volgens de toekomstige woningbouwbestemming, met inachtneming van de inherente onzekerheden van de ontwikkelmogelijkheden.
Overige investeringen met economisch nut
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijging- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven.
Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of indien ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Alle investeringen met een economisch nut > € 25.000 worden conform de Financiële verordening gemeente Nieuwkoop 2023 geactiveerd.
Activa met een economisch nut en een verkrijgingsprijs van minder dan € 25.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd. Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.
Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de methodiek en de termijnen zoals vermeld in bijlage 2 Afschrijvingsbeleid bij de financiële verordening 2023. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze vermindering naar verwachting duurzaam is.
Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken.
De belangrijkste gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:
Gronden en terreinen |
n.v.t. |
---|---|
Riolering |
diverse termijnen |
Woonruimten |
40 |
Bedrijfsgebouwen (steen) |
40 |
Vervoermiddelen (> 2.000 kilo) |
8 |
Machines, apparaten en installaties |
5 |
Installaties sportterreinen |
15 |
Inventaris |
10 |
ICT, software |
5 (maximaal) |
ICT, hardware |
5 (maximaal) |
Overschrijdingen op investeringen worden toegelicht. |
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Investeringen infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals bijvoorbeeld wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken, > € 25.000 worden conform de nota Activa en afschrijvingen 2023 geactiveerd.
Op investeringen in de openbare ruimte die voor 1 januari 2023 zijn gedaan, blijft de Financiële verordening gemeente Nieuwkoop 2017 van toepassing zoals deze gold op de dag voor de inwerkingtreding van de nieuwe Financiële verordening gemeente Nieuwkoop 2023 (1 januari 2023).
De belangrijkste gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:
Wegen |
25-70 |
|
---|---|---|
Kunstwerken |
25-80 |
|
Openbare verlichting |
20 |
|
Beschoeiingen |
15-50 |
|
Nautisch en vaarwegenbeheer |
10-40 |
|
Speelvoorzieningen |
8 |
Financiële vaste activa
Leningen u/g aan gemeenschappelijke regelingen zijn opgenomen tegen nominale waarde.
Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (‘kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen’ in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs vindt afwaardering plaats. Tot dusver is een dergelijke afwaardering gelukkig niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt boven de verkrijgingsprijs.
Obligaties worden geactiveerd tegen nominale waarde.
Vlottende activa
Terug naar navigatie - Waarderingsgrondslagen - Vlottende activaOnderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
Het startpunt van een grondexploitatie is het raadsbesluit met de vaststelling van het complex, inclusief grondexploitatiebegroting. Vanaf dat moment wordt de grondexploitatie geopend en kunnen vervaardigingskosten worden geactiveerd.
De onderhanden werken grondexploitatie zijn opgenomen tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de opbrengst wegens verkopen. Indien de boekwaarde de marktwaarde van de grond overschrijdt, wordt een afwaardering naar de lagere marktwaarde verantwoord/wordt een voorziening voor het verwachte negatieve resultaat getroffen. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte
grond- en hulpstoffen en de overige kosten (limitatief opgesomd in de kostensoortenlijst zoals opgenomen artikel 6.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening), welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs worden daarnaast een redelijk deel van de indirecte kosten opgenomen en is de werkelijk over vreemd vermogen betaalde rente over het boekjaar toegerekend. De rente is toegerekend over de boekwaarde van de grondexploitatie per 1 januari van het betreffende boekjaar.
Voor winstneming geldt de percentage of completion (POC) methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd wordt tussentijds naar rato van de voortgang van de kosten en de opbrengsten winst worden genomen. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen:
- Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat;
- De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht;
- De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).
De verliezen op grondexploitaties worden voorzien zodra deze bekend zijn. De voorziening wordt gewaardeerd op nominale/contante waarde. (Indien gewaardeerd op contante waarde): De disconteringsvoet die is gehanteerd in de berekening van de contante waarde ten behoeve van het treffen van een verliesvoorziening voor negatieve grondexploitaties is voor alle gemeenten gelijk gesteld aan het maximale meerjarig streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone (voor 2023: 2%).
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar.
De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Deze voorziening wordt dynamisch bepaald.
Overlopende activa
De overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
Onder de nog te ontvangen bedragen zijn de gemaakte voorbereidingskosten voor faciliterende exploitatieplannen of nog te sluiten anterieure overeenkomsten als ‘nog te verrekenen kosten’ opgenomen indien aan de vol
gende voorwaarden is voldaan:
- de kosten moeten passen binnen de kostensoortenlijst Wro/Bro; en
- de kosten mogen maximaal 5 jaar als overige nog te ontvangen bedragen blijven staan; na maximaal 5 jaar moet het kostenverhaal zijn gerealiseerd dan wel dienen de kosten te worden afgeboekt ten laste van het jaarresultaat; en
- er is een besluit door de raad of het college genomen tot het maken van voorbereidingskosten voor faciliterend grondbeleid in een aangewezen gebied voor het ontwikkelen van het exploitatieplan of tot het sluiten van een anterieure overeenkomst.
Liquide middelen en overlopende posten
De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de gemeente Nieuwkoop.
Vaste passiva
Terug naar navigatie - Waarderingsgrondslagen - Vaste passivaEigen vermogen
In het BBV worden reserves omschreven als vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken en die vanuit bedrijfseconomisch oogpunt vrij te besteden zijn. De vaststelling van de noodzakelijke omvang van reserves is een zaak van de gemeenteraad. Daarom worden reserves ook wel onderverdeeld in algemene en bestemmingsreserves. Zodra de raad aan een reserve een bepaalde bestemming heeft gegeven, is er sprake van een bestemmingsreserve. Om die reden kunnen bestemmingsreserves naar de situatie per ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Heeft een reserve geen bestemming dan wordt het een algemene reserve genoemd. Mutaties in reserves zijn enkel mogelijk op basis van een raadsbesluit genomen voor het einde van het betreffende begrotingsjaar. De reserves worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Voorzieningen
Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (schulden) van de gemeente. Om die reden kunnen voorzieningen naar de situatie per ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Voorzieningen worden gewaardeerd op de nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Indien het effect van de (tijdswaarde van geld) materieel is worden personele voorzieningen gewaardeerd tegen contante waarde.
De pensioenverplichting voor de wethouders is op de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd.
De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een actuele meerjarenraming (beheerplan) van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die hiervoor geformuleerd zijn. In de paragraaf ‘onderhoud kapitaalgoederen’ die is opgenomen in het jaarverslag is het beleid hiervoor nader uiteengezet. Uitgevoerd achterstallig onderhoud is daarbij ten laste van de exploitatie verantwoord. Deze lasten zijn niet ten laste van de gevormde voorziening gebracht.
Voorzieningen worden gevormd indien er sprake is van:
– Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten.
– Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten.
– Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
– Bijdragen (spaarcomponent) aan toekomstige vervangingsinvesteringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing wordt geheven.
– Middelen verkregen van derden, die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen verkregen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.
De vorming van een voorziening, dan wel een dotatie aan een reeds bestaande voorziening, is als een last in het betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen aan voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord.
Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Voor het bepalen van het “jaarlijks vergelijkbaar volume” is een tijdsperiode van vier jaar gehanteerd.
Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan.
Vaste schulden, met een rentetypische looptijd langer dan één jaar
De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom) verminderd met het totaal van de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Vlottende passiva
Terug naar navigatie - Waarderingsgrondslagen - Vlottende passivaNetto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
De netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
Borg- en Garantstellingen
Terug naar navigatie - Waarderingsgrondslagen - Borg- en GarantstellingenVoor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.
Afgeleide financiële instrumenten
Terug naar navigatie - Waarderingsgrondslagen - Afgeleide financiële instrumentenGemeente Nieuwkoop maakt geen gebruik van financiële derivaten en beperkt de risico’s (renterisico, kasstroomrisico en kredietrisico) door gebruik te maken van de rekening-courantbankrekeningen en schatkistbankieren bij het Ministerie van Financiën.
Algemene grondslagen voor de rechtmatigeheidsverantwoording
Terug naar navigatie - Waarderingsgrondslagen - Algemene grondslagen voor de rechtmatigeheidsverantwoordingDe in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de financiële verordening 2023, het controleprotocol 2023-2026 en op basis van de Kadernota Rechtmatigheid van de Commissie BBV. Dat betekent dat:
- De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties, alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet;
- De financiële rechtmatigheid waaronder het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik & oneigenlijk gebruik criterium omvat: Voor het voorwaardencriterium bestaat de norm uit het normenkader zoals op 29 februari 2024 door de raad is vastgesteld;
o Voor het begrotingscriterium geldt dat alle overschrijdingen van lasten op programmaniveau en investeringskredieten onrechtmatig zijn, waarbij voor een aantal scenario’s in de financiële verordening 2023 is beschreven wanneer deze overschrijdingen ‘acceptabel’ zijn. Voor over- en onderschrijdingen van baten op programmaniveau, onderschrijdingen van lasten op programmaniveau en onderschrijdingen van investeringskredieten geldt dat deze als onrechtmatig zijn aangemerkt indien ze niet tijdig aan de raad zijn gemeld.
o Ten aanzien van het M&O criterium is het M&O beleid van onze organisatie leidend bij het voorkomen en opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Omdat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid zijn eventuele gevallen van misbruik (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens) opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording. - De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de Kadernota Rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV alsmede onze eigen financiële verordening 2023 en controleprotocol 2023-2026. Dit betekent dat:
o Een verantwoordingsgrens van 2% (zijnde € 2.175.000) van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves is gehanteerd waarboven cumulatieve rechtmatigheidsfouten en rechtmatigheidsonduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen;
o Een rapporteringsgrens van € 100.000 is gehanteerd waarboven individuele rechtmatigheidsfouten en rechtmatigheidsonduidelijkheden in de paragraaf Bedrijfsvoering worden opgenomen”.